Moderne kunstenaars laten zich inspireren door Jakob Smits in De Warande

 
00:00
zondag, 24 september, 2023

Edwin MARIËN

TURNHOUT – In de negentiende eeuw sprak het ongerepte Kempenland tot de verbeelding van schrijvers en kunstenaars. Schrijvers zoals Hendrik Conscience creëerden een geromantiseerd beeld van de oude Kempen en haar bewoners: idyllisch, vroom, trouw, werkzaam, honkvast … Ook Jakob Smits werd erdoor aangetrokken.

Zijn thema’s, zoals landschap, religie en mystiek, moeder en kind, identiteit en heimat zijn erg universeel en nog steeds relevant. De tentoonstelling ZANDGROND in De Warande in Turnhout gaat na hoe die thema’s tot op vandaag doorwerken in de beeldende kunsten, in de Kempen, maar ook ver daarbuiten.

Je kan er tot en met zondag 10 december gaan kijken naar werk van Jakob Smits, Helena Ceuppens, Jan Decleir, Sam Dillemans, Ilya & Emilia Kabakov, Batia Suter, Luc Tuymans, Shirley Villavicencio Pizango en vele anderen. ‘Zandgrond’ is een samenwerking tussen Provinciaal Cultuurhuis de Warande, Stichting Ronald Luyten/Jakob Smits en het Jakob Smitsmuseum.

Kathleen Helsen, voorzitter van De Warande: ‘’Honkvast’, ‘trouw’, ‘idyllisch’: het was Hendrik Conscience die deze woorden gebruikte toen hij schreef over de Kempen. Daar kunnen nog een aantal woorden aan toegevoegd worden zoals ‘de harde werkmens’, ‘de wroeter’, ‘de verbondenheid met mekaar’ en ‘veel zeggen met weinig woorden.’ Hendrik Conscience vertrok uit Antwerpen toen er cholera aanwezig was en hij zocht de Kempen op. Dat deed niet alleen hij maar ook Willem Elsschot. Hij kwam op vakantie naar de Kempen en hij vond hier inspiratie voor verschillende boeken die hij geschreven heeft. Hij heeft het over mensen die hij is tegengekomen in de Kempen. Hij hield van de natuur en hij heeft zijn naam gegeven aan een natuurgebied in het Zuiden van de Kempen (in Herselt, de woonplaats van Helsen, EM).’

‘Ik zit regelmatig in Antwerpen. Mijn collega’s zeggen altijd dat de Kempenaars een apart volk vormen. Blijkbaar gedragen we ons toch anders. Wanneer men aan ons denkt, denkt men aan ‘natuur’, ‘gezelligheid’, ‘rust’. Dat is hetgene wat we in De Warande aan bod willen laten komen. Als men op tv een serie geeft over de Kempen dan is dat meestal een succesverhaal. Een boek, dat onlangs nog geschreven werd over de Kempen, staat bij de top tien van boeken die worden uitgebracht omwille van het feit dat we wel wat te vertellen hebben en een eigenheid hebben. Het is niet alleen kunst wat we hier aan bod willen laten komen maar er is ook samenwerking aan verbonden. De Warande geeft plaats aan partners die met ons aan de slag kunnen gaan zodanig dat we mekaar kunnen inspireren. We willen verbinden over de Kempen heen maar ook binnen de Kempen. Dat is hetgene wat we nu doen. We zijn blij dat we hier een plaats mogen geven aan de werken van het Jakob Smitsmuseum.’

Tom Liekens (geboren in Heist-op-den-Berg maar woont in Antwerpen, EM), kunstenaar en co-curator: ‘De Nederlander Jakob Smits verliet op 33-jarige leeftijd zijn vaderland en vestigde zich in Achterbos, een kerkdorp bij Mol. Smits leefde in armoede terwijl hij onvermoeibaar werkte. Hij zou dat later ‘mijn eenvoudig werk’ noemen: symbolisch, poëtisch en echt. Hij begon een gestileerde versie van het Kempense landschap en stilleven te schilderen. De moderniteit in zijn werk kondigde de nieuwe tijd aan. Aan het einde van de negentiende eeuw kwam ook in de Kempen de industrialisering op gang. Schilders als Jakob Smits en zijn opvolgers hadden echter weinig aandacht voor deze nieuwe realiteit maar hielden vast aan de ondertussen clichés van het uitgestrekte landschap met windmolen, de noest werkende boer op het veld, paard, kar… Tot op heden werken deze clichés nog altijd door in zijn collectieve voorstelling van het Kempense Landschap. Ik voel me nog steeds Kempenaar al weet ik niet precies wat dat vandaag betekent. Jakob Smits groeide terecht uit tot één van de belangrijkste Belgische kunstenaars van zijn tijd. Dat maakt dat zijn werk nog steeds relevant is in de Kempen maar ook ver daarbuiten.’

Meer info: 
Antwerps Persbureau
Bron: 
Antwerps Persbureau